Het ABC van bestuurlijke transparantie en financiële weerbaarheid

Het nieuwe decretale kader betreffende wonen, zorgen en sociale bescherming geeft de zorgvrager een transparanter zicht op het aanbod van zorg(mogelijkheden). De wetgever sloopt de muren tussen de verschillende vormen van ouderenzorg nog niet maar zet toch enkele poorten open met als doel zorgverlening op maat van de cliënt.

Marktverstoring

Voorlopig is er geen grote wijziging van de wijze waarop men de zorgverlening financiert met uitzondering van enkele kleine nuances. Het zorgticket waarmee de zorgvrager zich aandient bij het woonzorgcentrum is nog steeds de forfaitaire tegemoetkoming voor de zorgondersteuning  van de ADL (Activiteiten van het Dagelijks Leven) zoals dat vroeger ook al het geval was. De KATZ-evaluatieschaal is momenteel nog de graadmeter om de zorgbehoevendheid van de zorgvrager te bepalen waarbij de waarde van het zorgticket nog steeds wordt bepaald door de personeelsnormen per type bewoner (KATZ-profiel). De voorzieningen met een hoog aandeel van woongelegenheden met een bijzonder erkenning (RVT) blijven inzake gefinancierde personeelsnormen sterk bevoordeeld ten opzichte van de meer recent erkende woonzorgcentra.

Als de overheid werk wil maken van een interne markt voor ouderenzorg kan dit enkel als en wanneer men de financiering binnen de woonzorgcentra op gelijke voet zet. De controle over en het matigen van de groeivoet van de gebruikersvergoeding (dagprijs) kan ook pas objectief verlopen als de middelen om ZORG te financieren (lees: zorgticket) op billijke wijze tussen de woonzorgcentra worden verdeeld. Op 1 maart 2019 besliste de Vlaamse Regering alvast nieuwe planningsvergunningen toe te kennen aan woonzorgcentra met geen of een beperkt aantal woongelegenheden met een bijzondere erkenning.

Het lijkt erop dat de overheid de component ZORG buiten de grenzen van de gebruikersvergoeding zal houden (gelet op het verhogen van de normen voor zorgpersoneel tot 113,5%) en dus blijven de componenten WONEN, LEVEN en BELEID te vergoeden door de gebruiker.

Het is onder andere vanuit dat oogpunt dat deze componenten ook in het boekhoudkundige en budgettaire leven van toepassing zullen zijn. Het zal in de toekomst zaak zijn om als organisatie financiële weerbaarheid aan te tonen, zowel op het gebied van ZORG, WONEN, LEVEN als BELEID. Deze domeinen zullen bepalend zullen zijn voor de hoogte van de gebruikersvergoeding en dus uw competitiviteit als aanbieder in de interne markt voor ouderenzorg.

Stemmen met de voeten

Koppel hieraan de accreditatie van woonzorgcentra als objectief en onafhankelijk kwaliteitslabel en de zorgvrager kan in alle transparantie een prijs-kwaliteitsafweging maken… eindelijk.

Vermoedelijk zal de grote trendbreuk in de financiering er komen bij het uitwuiven van KATZ en het invoeren van BelRAI als evaluatie-instrument. Het benodigde zorgpakket zal fijner gedefinieerd worden om alzo een financieel rugzakje op maat van de zorgvrager samen te stellen. Met een meer diverse, transparante financiering en dus ook dagprijsbepaling zal men over de muren van de residentiële en thuiszorg heen (economisch) kunnen vergelijken. Dit alles zal ervoor zorgen dat de zorgvrager thuiszorg en residentiële zorg meer dan ooit op een objectieve manier met elkaar zal kunnen vergelijken.

Zorg ID kan u ondersteunen in uw financiële en operationele weerbaarheid. De zorgkost als belangrijkste component in het performantie en kwaliteitsvraagstuk wordt geëvalueerd op basis van een uniek systeem van zorgpunten, op maat te parameteriseren, mede met het oog op BelRAI. Hierbij worden werkvolume en personeelsinzet in balans gebracht.

Daarnaast heeft Zorg ID een unieke boordtabel ontwikkelt die uw boekhoudkundige cijfers onderbrengt in de componenten ZORG, WONEN, LEVEN en BELEID zodat u klaar bent om in te spelen op de aankomende regels inzake financiële weerbaarheid en dagprijsbeleid. Het biedt u ook een unieke kans om u als woonzorgcentrum te vergelijken met andere woonzorgcentra. Zo krijgt u bv. per KATZ-profiel helder in beeld welke kosten er gemaakt worden maar ook wat de opbrengsten zijn die hier tegenover staan, en dit uitgesplitst over de vier componenten. Uiteraard zal bij de invoering van BelRAI diezelfde evaluatie op niveau van individuele zorgvrager kunnen gebeuren.

Enkel op deze manier zal u in de toekomst weloverwogen beslissingen in de interne markt voor ouderenzorg kunnen nemen.

Drie actiepunten van de conceptnota over de toekomst van de residentiële ouderenzorg

  • Dagprijsprijsreglementering optimaliseren
De evolutie van de dagprijzen wordt opgevolgd en de huidige dagprijsreglementering wordt geëvalueerd. In overleg met de sector wordt de haalbaarheid van een dagprijsgarantie onderzocht. Deze kan aan de kandidaat bewoner de zekerheid geven dat de aangerekende dagprijs onveranderd blijft. De periode van deze prijsstabiliteit en de voorwaarden voor een mogelijke dagprijsaanpassing worden met de sector overeengekomen.
  • Bestuurlijke transparantie en financiële weerbaarheid
Garanties en maatregelen op vlak van bestuur en financiële weerbaarheid worden met de sector afgesproken.
Ook wordt een transparante, sectorspecifieke boekhouding ingevoerd met een leesbaar onderscheid tussen woon-, leef- en zorgkost. Dit alles met het oog op een transparante regeling voor de persoonlijke bijdrage van de cliënt.
  • Van instellingsfinanciering naar persoonsvolgende financiering
De persoonsvolgende financiering wordt stapsgewijze in de residentiële ouderenzorg ingevoerd. Voor de inhoudelijke en technische uitvoering ervan wordt verwezen naar het decreet Vlaamse sociale bescherming.
Het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden (tegemoetkoming zorgverzekering) en het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood (tegemoetkoming hulp aan bejaarden) zijn de instrumenten bij uitstek voor de betaalbaarheid van de residentiële ouderenzorg.